Een document dat zich bevindt in het stadsarchief van Gent [SAG fonds genealogieën nr.290], geeft een historische schets over de heerlijkheid en de familie van Waesberghe.
De tekst zegt als volgt: Het land en de heerlijkheid “van Waesberghe”, gelegen te Sint-Maria-Lierde in het land van Aalst, was eertijds het erfdeel van een jongere zoon van een heer van Zottegem. Het wapen “van Waesberghe”: zilver, bezaaid met blokjes van sabel, met over alles heen een leeuw van zelfde, gekroond en getongd van goud, is het oudste en eerste wapen van genoemde heren van Zottegem, zoals prijkt op de oude zegels waarmee zij eertijds, samen met andere Vlaamse edellieden, oorkonden of akten plachten te zegelen (begin 13e eeuw). In bijlage van de “Genealogie van Waesberghe” uitgegeven in 1995 bevestigt Dr. E. Warlop deze stelling.

‘Waesberghe’ gegevens over de Heerlijkheid

De heerlijkheid ‘Waesberghe’ was gelegen in de streek rond Maria-Lierde, eertijds afhangende van de heren van Zottegem, land van Aalst - Oost Vlaanderen.

Filiatie Leenhof van het prinsdom Gavere in 2 lenen.
VerhefTwee volle verheffen.
LiggingSt. Maria Lierde.
Foncierbesloeg 18 bunder bestaande uit meersen, mote, walgracht en broek op de Waesberg. Oudtijds 48 bunder land, na 1623 nog 20 bunder (bunder = 1,5 ha).
Schooflanden besloegen 19 bunder en 1 dagwand (kwart bunder) welke de 5e schoof gaven die in de schuur van de leenhouder moest worden gebracht en getast worden zonder kost.
Justitierechtenbezat de uitoefening van de drie justitiegraden hoge, middelbare en lage met boeten van 3 pond.
Heerlijke renten bedroegen 5 pond 4 schellings 3 deniers, 38½ capoenen, 2 hoenders, 22½ ganzen, 3 mokens koren, 13 halsters, 1 moken haver (maat van Zottegem). Bezat jachtrecht met roofvogels (valken) en windhonden.
Wandelkoopbedroeg de 10e penning.
Tol / vont / bastaardgoed / stragiersgoed.
Schepenbankbestond uit 7 schepenen.
Baljuw/Prater 

Ooit heeft op de top van de heuvel, die men nu nog de “Waesberg” noemt, een windmolen gestaan en beneden, uit de heersende winden, een burcht of versterkte hoeve. De hoeve of motte is in 1572 door brand verwoest [“Gerardimontium ...”, blz 106] en nadien niet meer opgebouwd. Als herinnering hieraan is overgebleven de benaming “Waesberghe” als plaatsnaam voor een wijk in Maria Lierde. Hier bevond zich ook de “Waesbergmolen” [“Lierde vroeger” (1992), Projectgroep Cultuur Lierde, p. 303; Bibliotheek Triversius nummer 589].

De ‘Waesberg’ is eigenlijk geen ‘berg’ of ‘heuvel’. Het is de steile aanloop tot een hoogvlakte (+100 m) met erbovenop onder meer de gemeente Hemelverdegem. De plaats waar vroeger de molen stond is een natuurlijke uitkijkpost over de eronder gelegen vlakte met recht erover, in vogelvlucht, de ‘Coudenberg’ - ook ± 100m. Het ‘kasteel’ of versterkte hoeve en motte zou beneden gelegen hebben, in de nabijheid van water, beschut tegen de gure noorderwinden. Het is een natuurlijke verdedigingsplaats voor het achterliggende binnenland met ondermeer Zottegem.
In 2006 heeft de gemeente Lierde op de Waesberg, recht tegenover de plaats waar vroeger de molen stond, een arduinen gedenktafel geplaatst met windwijzer. Op de tafel staat WAESBERG St MARIA LIERDE met erbij de afstanden in vogelvlucht tot onder meer Zottegem, Geraardsbergen en Gent.

Landadel

De familie ‘Van Waesberghe” behoort tot de oude landadel van Vlaanderen, met wortels diep ingegraven in de oude tijden. Volgens Kanunnik Jan van Waesberghe (1603-1632) [“Gerardimontium ...”, blz 125] werd Jan van Waesberghe door graaf Gewijde van Dempierre geadeld in 1279. Dit zou de Jan kunnen zijn uit de akten van 1288 en 1289, en die in 1302 deelnam aan de Guldensporenslag.

Het oudste bewijs tot nu toe gevonden is de vermelding “Nobilis viri Domini Ghuillelmus De Waesberghe” in een akte van Maria Van Der Gracht (12 juli 1466) [RA Ronse Archief Karmelietenklooster Geraardsbergen nummer 2 P 1-3 en Ibid nummer 78, “Genealogie van Waesberghe”, bijlage 11]. Bevestiging volgde: zijn zoon Ghylain van Waesberghe zegelt het testament van Maria van Der Gracht als heer en edelman (7 oktober 1481).

Pieter Carolus Van Waesberghe °Aalst 24 april 1680, zoon van Francois van Waesberghe en Elisabeth van Der Meulen, griffier van het Land van Aalst, heeft een genealogie opgesteld en “Confirmation de Noblesse” gevraagd en gekregen op 3 februari 1730 [“Bewijs der Waerheijdt”].

Bij het installeren van de Franse Republiek en het inlijven van wat toen nog Vlaanderen was, heeft Napoleon de “Adel” afgeschaft.

In 1830 wordt België ‘geboren’. Diegenen die hun privileges en titels wensten erkend te zien door het nieuwe regime, werden verzocht, samen met een aanzienlijke som, hun adelbrieven en/of bewijzen voor te leggen. Geen enkele van de toenmalige “Van Waesberghe” heeft het nuttig geacht dit te doen. (Of konden ze niet?).

Belangrijkste bronnen

  • Gegevens heerlijkheid ontleend aan J. van Twembeke, Lijst van Heerlijkheden van het Land van Aalst, deel 9: St Goriks-Oudenhove - Wedergraat, met uitleg van referenties en gebruikte termen in het eerste deel.
  • Het document ‘Bewijs der waerheyd’ is sinds vele jaren de voornaamste bron voor de genealogie ‘van Waesberghe’ met de gegevens en bronnen voor 1730.
  • Ook de bundel 290 in het SAG met originele brieven van de familie van Waesberghe, daterend tussen circa 1528 en 1700, geven een schat aan informatie.
  • In het boek over de familie ‘Van Vaernewyck’ werd met het ‘Bewijs tot betoogh’ het verband gevonden tussen Jan van Waesberghe en de familie Van Vaernewyck [RAG, Chartes et documents concernant la famille van Vaernewijck].
  • Het boek van Ledeboer Het geslacht van Waesberghe geeft de lotgevallen weer van de tak van de drukkers sinds ca 1600 werkzaam te Rotterdam.
 

Spatielijn