Lauwerijnse Louisevan der CAMERE(Lauce), waarschijnlijk zuster van Simon van der Camere, niet zijn dochter.**
2020-2022: Louise van der camere kan onmogelijk de dochter zijn van Simon van der Camere x Catherine van Vaernewyck.
De aangehaalde bron in s' het bewijs der waerheid' is opgezocht en bewijst dat NIET. het doc gaat trouwens over de Jan VW x M. Neuville Vaernewyck.
Bron: genealogie opgesteld ca 1730 ( bewijs der Waerheid )
(oa. Fonds de Surmont) de aangehaalde bron pc (parchons) 1456 is opgezocht, en daar in wordt Jan van Waesberghe vermeld in als krijgende een leen van Catherine Vaernewijck.)In dezelfde akte wordt ook een Jan van Neuville vermeld- zie de aankoop en verkoop van het domein Neuville door Vaernewijck)
Genealogie 1730:
Louise van der Camere was een dochter van Simon en Catherine VAERNEWIJCK, weduwe uit een eerste huwelijk met Jean de GRUUTERE en die hertrouwde na het overlijden van Simon van der Camere met Francies GOSSAERT
.
Wapen van der Camere : "De Sable à la croix échiquetée de gueules et d'Argent, à deux tirés.".
Nota Lorette 2005.
Louise van Der Camere is mogelijks LAUWERIJNSE van der Camere, in een andere akte (opgezocht oktober 2005 -Bewijs tot betoogh, boek van 1670 -) staat zij als LAUCE, vandaar waarschijnlijk de verwarring.
Chronologie heel moeilijk, zoniet onmogelijk. Mogelijk is zij een zuster van Simon, en is de overlevering : Jan vW trouwt Louise ( Lauwerijnse? ) van der Camere, zuster van Simon die huwt met Catherine van Vaernewijc. Wie weet?
"Geschiedenis der zusters De Bijloke te Gent" Jos. Walters, bestuurder, Drukkerij 'Veritas' Theresiastraat 13 Gent 1930.
- Deel II, blz 56
Zoo gaven, den 6 februari 1453, Simon van der Cameren en zijn echtgenoote Jonkvrouw Catharina van Vaernewyc aan hunne dochter Laurentia, die ZIJ MENEN DEN DOEN CLEENDENE RELIGIEUSE NONNE IN't KLOOSTER DER BIJLOKEN, eene lijfrente van 3 pond gr 's jaers en beloofden haar nog een andere rente van 20 sh bij het afsterven van haar moere (25)
(25) A Stad Gent, Jaarregisters Keure, Reg 301(42) (aug 1452 - aug 1453) blz 38.