Eerste blad    Vorig blad    Blad 8804 van 12116 bladen Volgend blad    Laatste blad

            ↑             ↑                          ↑             ↑
        Adriaan van WAESBERGHE         x              Johanna AERTS             
                   ┌───────────────────┘
┌──────────────────┴──────────────────┐
│        Petrus van WAESBERGHE        │x              Maria BILLIET             
└─────────────────────────────────────┘│
                                       │                                        
                                 ┌─┬─┬─┼─┬─┬─┐
                                 m v m M m M M
 
8806
Petrus van WAESBERGHE, Lic midicijnen, doodgevroren op de Heikens gaan de van Kaprijke naar Eeklo, geboren op 23‑09‑1652 te Brussel (aangifte door: Petrus Hoese / Antonetta Aerts), overleden op 11‑01‑1709 te Eeklo ( Kaprijke) op 56-jarige leeftijd, **
Lic medicijnen te Leuven . Matricula vanaf 1670, uit: appeltjes van het Meetjesland 1975 blz 56-59
 
De getuigen bij zijn huwelijk met Maria Billiet waren: Hubertus van Waesberghe, Jacobus de Meij (koster), Judoca Keverer en Anna de Keijser.
De jonge Pieter van Waesberghe is in onrustige en woelige tijden opgegroeid te Eeklo en het is niet uitgesloten dat de onzekerheid en de ongebondenheid die toen heersten zijn karakter en verdere leven hebben getekend. Pieter was ong. 16 jaar oud toen de Devolutieoorlog(1667-1668) begon en de Fransen ten zuiden van de Brugse Vaart in stelling lagen. Eeklo vreesde plundering van de Fransen en aan de andere kant bezetting van de stad door Spaanse ruiterij. In 1673 - Pieter was toen ongeveer 23 jaar oud - begon de Franse koning, Lodewijk XIV, zijn Hollandse Oorlog (1672-1676) en het Franse leger viel terug Vlaanderen binnen. Het werd de onzekere tijd van plunderende Fransen en bezettende Spanjaarden, die gevolgd werden door Hollanders en Fransen. Het was ook de tijd dat het Franse brandbrieven regende. Burgemeester Adriaan van Waesberghe was in die tijd zeer actief. Hij werd zonder twijfel bijgestaan door zoon Pieter, waarvan wij weten dat hij in april 1670 zesmaal naar Sas van Gent trok om daar de vrijlating van zijn daar gegijzelde vader te gaan bepleiten. De zesde maal keerde Pieter met zijn losgelaten vader naar Eeklo terug.(L.LAMPAERT - Gesch. Eeklo, blz.114-118) Het is goed mogelijk dat Pieter van Waesberghe een paar keren zijn studie in de medicijnen heeft moeten onderbreken ten gevolge van de toen heersende oorlogen. Het is reeds in 1605 dat wij vernemen dat hij "chirurgijn" is. Hij stond zijn vader en broer Hubertus toen bij wanneer een lijkschouwing uitgevoerd werd op het lijk van een zekere Jan Strijt. Eigenaardig is dat Pieter in het verslag vermeld is na de nochtans jongere Hubertus. (SAE-1369/55. Enkwesten). Nadien moet hij toch nog zijn licentiaatstitel behaald hebben en vanaf 1688 - hij trouwde ook in dat jaar - begon hij te Eeklo als zelfstandig "licentiaat in de medicijnen" voor eigen rekening te werken(W.Hamerlinck- Eeklose Heelmeesters, blz.56-59).
Dr. Pieter van Waesberghe schijnt als geneesheer moeilijk aan zijn trekken te zijn gekomen. Vanaf 1689 tot 1696 werd hij te Eeklo belast in de Ommestellingen als "docteur", doch zijn aanslagen bedroegen amper een derde of een vierde van de bedragen waarop zijn broer, de chirurgijn Hubertus aangeslagen werd. Pieter van Waesberghe werd zo wat een buitenbeentje en in de familie moet hij het zwarte schaap geweest zijn. De tribulaties bij de verkoping van de ouderlijke woning "de Lelie" zullen daar niet vreemd aan geweest zijn. Op 17 maart 1689 werd het huis openbaar verkocht en er werd duchtig geboden, o.a. ook door moeder van Waesberghe. Pieter werd eigenaar met het hoogste bod van 210 pond gr.(SAE-830 f4. Register Verkopingen dd.17/3/1689). Naderhand kwam uit dat Pieter voor stroman gespeeld had want nog geen week later, op 24 maart 1689, verkocht hij reeds "bij vorme van manghelijnghe" hetzelfde huis aan zijn vriend chirurgijn Jan Spittael, die hem 220 pond gr. betaalde en daarbij nog 1/6 paart van een partij land van 3 gemet afstond (SAE-830 f10. Reg. Verk. dd.24/3/1689). Dit zal bij de andere van Waes- berghes in geen goede aarde gevallen zijn en het is ook veelbetekenend dat met uitzondering van zijn moeder er nooit een ander lid van zijn familie als dooppeter of -meter optrad bij de geboorte van zijn kinderen.
Ook door zijn algemeen gedrag had Dr. Pieter van Waesberghe het blijkbaar bij de meeste Eeklonaren verkorven. Er werden hem een paar processen aan- gedaan, waaruit is op te maken dat hij een zeer trouwe klant was in "brandewijnhuizen" dat hij soms "licht beneveld was" en dat hij zich niet gewaardeerd en zelfs verloren gelopen gevoelde. Stadsgriffier Gillis de Smet deed nl. klacht tegen Pieter omdat hij hem op 8 augustus 1691 bedreigd had. Cathelijne vanden Hende, een herbergierster uit het Paterstraatje, die in die zaak verhinderd werd verklaarde o.a. "dat den selven Waesberghe dickwaels thaeren huijese heeft comen brandewijn drincken en dat zij ook wel wist waarom Dr. van Waesberghe kwaad was, nl. " dat het was omdat zij hem niet en imployeren als docteur..." (SAE-1371/23. Informatie dd.9/8/1691).
Ook de griffiersklerk, Jan Beptist de Jode, die waarschijnlijk niet wilde onderdoen voor zijn patroon, liet een "Informatie preparatoire" instellen tegen Pieter van Waesberghe, die op 4 april 1692 - zijnde een Goede Vrijdag rond negen uur s'avonds uit het Paterstraatje was komen gelopen en aan klager "met eenen grammen moede" gevraagd had: "Wie sijt ghij?". Volgens de griffiersklerk had Dr. van Waesberghe hem dan willen vastgrijpen, doch de Jode was tijdig kunnen weglopen. Meer was er niet gebeurd! Weeral veelbetekenend dat de griffiersklerk daarvoor de geneesheer last aandeed. Arnout de Paepe en Cathelijne vanden Hende, brandewijnstokers, werden terug verhoord en zij wisten te zeggen dat Dr.van Waesberghe die bewuste avond " aldaer had gedroncken brandewijn" en dat hij "dese morgen wederom heeft commen brandewijn drincken" (SAE-1372/6. Informatie dd.8/4/1692). Omstreeks 1697 is Pieter van Waesberghe het te Waarschoot gaan zoeken. Een zoon Petrus werd daar geboren in 1698. Ook Franciscus werd er in 1703 geboren. In 1704 was hij reeds in Eeklo terug. In dat jaar leverde hij samen met zijn broer Hubertus een attest af waarbij bevestigd werd dat zij Arnoldina Glas "geexamineerd" hadden en bevonden hadden dat zij de nodige capaciteiten bezat om het "ampt van vroevrouwe " uit te oefenen(SAE-201. f10. Reg. Admissien dd. 15/1/1704).
Dr. Pieter van Waesberghe is in dramatische omstandigheden aan zijn einde gekomen. Tijdens een gure winternacht van 10 op 11 januari 1709 is hij van de koude omgekomen langs de weg van Kaprijke naar Eeklo, op de verlaten wijk "de Heikens". Dr. Pieter van Weesberghe had zich die dag zitten bedrinken in een herberg op de wijk "Westeindeken" te Kaprijke. Eén van zijn vele zwerf- tochten? Zijn vrouw had hem daar toch 's avonds gevonden. De toestand van de geneesheer liet geen onmiddelijk opstappen naar Eeklo toe. Nadat Pieter van Waesberghe wat vernuchterd was en hij wat steviger op zijn benen stond, was de vrouw met haar nog waggelende man aan de arm, te voet in de richting van Eeklo vertrokken. Wat er zich onder weg heeft afgespeeld weten wij niet. Vrouw van Waesberghe moet haar man echter alleen achter gelaten hebben want 's avonds laat vonden twee Kaprijkenaren hem langs de straat versteven lig- gen. Alvorens hulp ter plaatse was bleek Dr. Pieter van Waesberghe reeds te zijn bezweken(SAE-1379/9. Informatie dd.14/1/1709. Zie ook W.Hamerlynck.
"Informaties en Enkwesten van Schepenbank Eeklo 1616-1795". Eeklo-1973, blz.X-XII).
In opdracht van de Wet van Eeklo werd door Dr. Cambier en Chirurgijn Charles Goosens een autopsie verricht. Hun bevindingen luidden als volgt: " Wij doctor inde medecijnen ende chirurgijn der stede van Eecloo certificeren bij ordre vanden Baillui der vorseijde Stede ende ter presentie vanden Schaut in dabsentie vanden voorseijde Baillui geassisteert met Jan Buijck Burghmeestere ende Laureijns van Damme voorschepenen in daeten elfsten Januarij 1709 gesien ende sorghvuldigh gevisiteert thebben het doodt lichaem van Mr. Pieter van Waesberghe licentiaet inde medecijnen ligghende opde Waeijstraete binnen dese Stede, welck doodt lichaem wij verclaeren ge- vonden thebben gans door de vihementen caude versteven ende vervrosen te sijn, ende sonder apparentie van eenighe wonde contusie fracture etc. a Actum date alsboven. Get: Remigius Cambier med.doct. en Charel Goossens " (SAE-1389/8. Reg.Lijkschouwingen dd.11/1/1709).
Wat er verder van Maria Billiet geworden is, konden wij niet achterhalen.
Haar overlijdensakte is te Eeklo niet gevonden. Wij vermoeden dat zij met haar zonen Pieter en Jan te Eeklo in de Boelare heeft gewoond. Pieter en Jan woonden daar in elk geval in 1748. De woning die zij daar huurden werd belast op 15 roeden. Zelfs nog tot in 1765 werd dit in de Ommestellingen vermeld onder " Vidia Mre. Pieter van Waesberghe", niettegenstaande Maria Billiet toen reeds lang moest overleden zijn(SAE-455-463. Ommestellingen 1742-1765).
 
Studeerde te Leuven vanaf 1670, Lic. Medicijnen.
uit : Appeltjes van het Meetjesland 1975 blz 56-59
, zoon van Heer en Meester Adriaan van WAESBERGHE (zie 7621) en Johanna AERTS (zie 62).
Gehuwd voor de kerk op 35-jarige leeftijd op 09‑09‑1688 te Eeklo met Maria BILLIET (zie 495), 7 kinderen, allemaal jong gestorven.
Oorspronkelijk waren enkel 4 kinderen bekend, maar latere opzoekingen hebben 7 kinderen opgeleverd. Er werden tot nu toe ( 2003) geen afstammelingen van deze kinderen gevonden.

Uit dit huwelijk: 7 kinderen.


Eerste blad    Vorig blad    Blad 8804 van 12116 bladen Volgend blad    Laatste blad

Homepage | E-mail